Het gaat vooral om luisteren en om begrip tonen naar elkaar. Iedereen kan wel wat steun en liefde gebruiken, maar deze mensen – die al jaren worstelen met hun verslaving en vaak in een kliniek opgenomen hebben gezeten – net iets meer. Sommigen zijn al jaren clean, anderen nog maar een maand. Maar oordelen over elkaar doen ze niet. Overigens: van een verslaving kom je nooit af. Je kunt nog zo lang clean zijn, maar het gevaar om terug te vallen blijft bestaan.
Egocentrisch
Daarom is het ook zo belangrijk om aan jezelf te blijven werken, wordt me verzekerd. “Veel mensen zijn voor van alles en nog wat gediagnosticeerd, maar uiteindelijk is het zo dat verslaafden heel egocentrisch zijn. Alles draait om hen en de verslaving”, zegt Rob. Dat moet eraf.
Het helpt voor hen als ze de verbinding met andere mensen (weer) leren op te zoeken. Dat ze leren om anderen onbaatzuchtig te helpen, zonder dat ze er zelf beter van worden. “Een voorbeeld van mij is dat ik laatst iemand hielp die gewond op de grond lag. Niemand was er bij en ze had hulp nodig. Zelf had ik er niets aan, sterker nog: ik kwam te laat op m’n werk.”
Niet verplicht
Hoe goed de praatgroepen voor sommige mensen ook werken, verplicht is het niet. “Sommige mensen moeten heel diep zinken voor ze bereid zijn aan zichzelf te werken”, zegt Rob. “Dan moeten ze óf de bodem hebben bereikt, óf zijn opgenomen in een kliniek, óf zijn overleden.” Dat laatste is hard – en hulp komt dan te laat, maar gebeurt wel regelmatig, vertellen ze. “Dan zien we mensen niet meer en horen we later dat ze zijn overleden.”
Uiteindelijk draait het om discipline, met een beetje hulp van anderen. Het geeft de mensen ook de bevestiging dat ze niet de enigen zijn en dat ze er niet alleen doorheen hoeven.
De sessie eindigt met een groepsknuffel: iedereen gaat in een kring staan met de armen over elkaars schouders. Met wat afsluitende woorden en veel knuffels neemt iedereen afscheid. De kopjes worden opgeruimd en de stoelen gaan terug naar hun plek. Morgen zijn ze er weer.