Wie helpt verzamelaar Ans ontspullen?

Elise de Rooij



De 73-jarige Ans is op een missie: ontspullen. Wat begon als een onschuldige zoektocht naar haar lievelingsboek uit haar jeugd, is inmiddels uitgemond in een ware verzamelobsessie. Van incontinentiemateriaal tot koffiebekerhouders – Ans heeft het allemaal. Maar nu moet het weg. “Mijn dochters zijn er helemaal klaar mee”, verzucht ze.

Onder een rood-wit parasolletje zit Ans met haar handen in elkaar gevouwen op een klapstoel op de kofferbakmarkt in Wijk aan Zee. Tevreden kijkt ze voor zich uit. Komt er een potentiële klant langs met een vraag, dan schiet ze meteen te hulp.

Een duidelijke lijn in haar verkoopwaar is niet te ontdekken: oude boekjes, sieraden, bamboekussens en scheerartikelen vormen samen een bonte verzameling van jarenlange spaardrift. “Ik ben een beetje een hoarder”, zegt Ans met een glimlach, oftewel: iemand met een enorme drang om dingen te bewaren.

Op de markt ligt nog maar het topje van de ijsberg – thuis reiken er stapels dozen tot het plafond. Wat anderen als rommel zien, ziet Ans als handel. “Een dubbeltje kopen, een kwartje verkopen”, is haar motto. “Wat je nergens kunt vinden, vind je bij mij.” 

Maar het loopt uit de hand, vinden haar dochters. Die maken zich nu al zorgen over hoe ze ooit het huis leeg moeten krijgen. Dus is Ans haar ‘opgelegde’ doel: ontspullen.

Mariska de Circusprinses

Ans’ verzameldrang begon ooit onschuldig, met een diep verlangen om haar favoriete jeugdboek terug te vinden: Mariska de Circusprinses. Die zoektocht startte op de zwarte markt, die toen net in het leven was geroepen. Al snel stond ze er zelf, met meerdere kramen. Ruim vijftien jaar maakte ze deel uit van het vaste meubilair daar.

Daarna kreeg ze een eigen winkeltje in het Aagtendorp, een soort voorloper van de kringloopwinkel. Later raakte ze via de gemeente betrokken bij het opzetten van verschillende kringloopwinkels. In 2018 stopte ze na 25 jaar, maar het bloed kroop waar het niet gaan kan.

Dus al snel stond ze weer op rommelmarkten. “Toen had ik nog veel meer dan eerst”, zegt ze trots. “Ik had de spullen uit mijn markttijd ook nooit weggedaan, die stonden opgeslagen in huis. Ik heb een volle zolder, een logeerkamer, een schuur. Twee grote bakken en een huiskamer vol spullen. Al valt het daar nu wel mee”, zegt ze nuchter.

Luciferverpakkingen en wegwerpbekerhouders

Haar drijfveer? Die is eenvoudig, volgens haarzelf: “In de rotzooi zie ik geld”, zegt ze. “Ik ging vroeger altijd ‘een rondje grofvuil doen’ met mijn man. Er lag áltijd wel wat tussen. Als ik een schroefje zie, denk ik: handig en dan bewaar ik het.” Daarnaast houdt ze van de ambiance en de babbeltjes op de markten.

Dat haar huis inmiddels vol staat met dozen vol willekeurige spullen – van een oud boek vol luciferverpakkingen tot wegwerpbekerhouders – deert haar niet. Alles weg donderen schiet haar niet te binnen? “Waarom zou ik? Het erge is: als ik er niet meer ben, doen mijn kinderen dat wél. Maar goed, dan ben ik er toch niet meer.”

Niks meer gekocht

Op aandringen van haar dochters heeft ze de afgelopen twee jaar niets meer gekocht. “Het mag niet meer. Nou ja, ik kijk altijd met handelsogen. Heel, héél, héél af en toe koop ik nog weleens wat.”

Want na jaren spullen struinen ligt de nadruk nu op ontspullen. “Afgelopen oktober overleed mijn broer, ook een hoarder. We zijn heel lang bezig geweest met het opruimen van zijn huis. Die had echt álles.” Ze pakt een stapel nieuwe overhemden erbij. “Dit bijvoorbeeld. Of een hele zak met scheerartikelen. Dat verkoop ik nu.”

Het ontspullen gaat nog niet zo rap, maar beetje bij beetje raakt ze het een en ander kwijt. “Op de IJhallen een zakje sieraden. Afgelopen zondag drie tassen en twee kleine doosjes. Op 6 juli sta ik weer op de IJhallen, en op de 13e op de kofferbakmarkt.” Wat ze met haar verdienste doet? “Aardbeiensorbets bij de Patatoloog eten.”



Website

Lees ook deze artikelen