Janssen merkt dat eigen ervaringen haar helpen tijdens gesprekken met rouwende ouders. “Na het overlijden van onze zoon zat ik namelijk nog weken thuis, ik had namelijk nog mijn wettelijke zwangerschapsverlof. Mijn man was werken en mijn kinderen gingen weer naar school. Ik had bij tijd en wijle niemand waar ik mee kon praten, terwijl dat is wat je op zo’n moment juist wil doen: praten over je kind. Je wil heel veel over hem vertellen, over hoe belangrijk hij voor je was en nog steeds is”, blikt ze terug. “Praten is op zo’n momenten zo belangrijk. Hoewel een baby is overleden ben je toch ouder geworden. Daarom is het zo belangrijk dat de naam ook hardop wordt uitgesproken.” Rouwende ouders hebben na drie en na zes weken nog consulten op de poli. “We merken dat ouders dankbaar zijn voor het werk dat wordt geleverd, maar vooral trots zijn op hun baby”, legt Ruinard uit.