Spanje heeft zich op het EK tegen Georgië hersteld van een achterstand en uiteindelijk overtuigend geplaatst voor de kwartfinales. De titelkandidaat kwam door een eigen doelpunt van Robin Le Normand in de achttiende minuut op achterstand, maar won het duel vooral dankzij een bij vlagen flitsende tweede helft alsnog (4-1). Daardoor wacht vrijdag een kraker tegen gastland Duitsland bij de laatste acht.
Spanje had dit EK nog geen doelpunt tegen gekregen en in de ‘poule des doods’ met Italië, Kroatië en Albanië ook geen punt laten liggen. Het maakte daarmee meer indruk dan veel andere titelkandidaten. Toch zal het EK-debutant Georgië niet hebben onderschat, gezien het pas late verlies tegen Turkije (3-1) en de zege op Portugal (2-0).
Zomaar op voorspong
Spanje begon oppermachtig en werd vooral gevaarlijk via vleugelspelers Lamine Yamal en Nico Williams. In een zeldzame uitstoot kwam Georgië zomaar op voorsprong. Na een voorzet van Otar Kakabadze werkte Le Normand de bal ongelukkig in eigen doel.
Vervolgens nam de dreiging van Georgië uit counters toe en probeerde Spanje het vooral nog met afstandsschoten. Nadat keeper Giorgi Mamardashvili enkele pogingen nog uit de hoek had gewerkt, vond Rodri vijf minuten voor rust wel ruimte tussen de paal en de doelman.
Lees ook:
Engeland voorkomt vroegtijdige uitschakeling op EK na moeizame winst op Slowakije
Vlak na rust liet Khvicha Kvaratskhelia Spanje schrikken met een fraai schot van eigen helft dat maar net naast ging. Spanje hield het overwicht en kwam uiteindelijk dankzij de 16-jarige Yamal op voorsprong. Eerst werd zijn poging uit een vrije trap nog gekeerd, maar daarna kopte Fabián Ruiz raak uit zijn voorzet.
Dit gaf Spanje de ruimte door de Georgische verdediging te voetballen. Williams maakte na een fraaie actie de 3-1 en invaller Dani Olmo besliste het duel definitief met een schuiver vanaf de rand van het strafschopgebied.