Antoinette Rijpma-de Jong heeft een bronzen medaille overgehouden aan de eerste 3000 meter in de wereldbeker. De 28-jarige Friezin kwam op de baan in Obihiro tot 4.03,71 en werd daarmee derde achter de Noorse winnares Ragne Wiklund en de Japanse Momoka Horikawa.
Voor Rijpma-de Jong is het de tweede medaille op de eerste wereldbekerwedstrijd. Ze eindigde zaterdag als tweede op de 1500 meter, de afstand waarop ze de regerend wereldkampioene is. Op de 3000 meter mocht ze starten door afmeldingen van onder anderen Irene Schouten. Met een uiterste krachtsinspanning in de laatste bocht bleef ze in haar rit Joy Beune voor. Die eindigde met 4.03,89 als vierde.
Wiklund was overtuigend de beste op de 3000 meter. De 23-jarige Noorse wereldkampioene op de 3000 meter klopte in haar rit meervoudig olympisch en wereldkampioene Martina Sablikova en reed met 4.01,88 een baanrecord. De Japanse Horikawa reed 4.03,42.
Sanne in ‘t Hof kwam in de laatste rit tegen de Canadese Isabelle Weidemann tot een tijd van 4.07,72. Ze werd daarmee achtste. Esther Kiel reed 4.11,43. Dat was goed voor de elfde tijd.
Reina Anema was eerder op de dag de snelste geweest in de B-groep. Ze deed dat in een tijd van 4.09,78.
Schouten, Marijke Groenewoud en Elisa Dul hebben de wereldbekerwedstrijden in Japan overgeslagen.