Het Patronaat is jarig. De Haarlemse poptempel vierde zondag het 40-jarig jubileum met een speciale rondleiding en diverse optredens op onverwachte plekken.
Een grote boog van rode, zwarte en witte ballonnen siert de ingang van het Patronaat. Op de toegangsdeur voor de vrachtwagens en tourbussen hangt een enorme sticker, waaruit blijkt dat de popzaal alweer veertig jaar oud is. Binnen staan de koffie en de gebakjes al op de bezoekers te wachten. En niemand minder dan algemeen directeur Jolanda Beyer verzorgt de eerste rondleiding van de dag.
Achter de schermen
Die rondleiding brengt ons op plekken die een normale bezoeker niet snel te zien krijgt. Zo leren we hoe lastig het kan zijn voor de chauffeurs om de trucks met instrumenten en apparatuur van de bezoekende bands naar de juiste plek te dirigeren. “De laatste keer dat De Dijk hier optrad, reed de chauffeur per ongeluk een hele rij lockers omver”, lacht Beyer. “Gek genoeg kon hij zich daar later helemaal niets van herinneren.”
Tekst loopt door onder de foto.
Beyer staat ook uitgebreid stil bij de geschiedenis van het Patronaat. Het oude gebouw aan de Zijlsingel was lang een katholieke jongensschool. In 1984 trokken Rob Haverkamp, Sjef Huurdeman en Jan Reijners in de gymzaal van de school en maakten er namens de Stichting Popmuziek Zuid-Kennemerland een poppodium van.
Nieuwbouw
Een kleine 20 jaar geleden begon de bouw van het huidige gebouw. Met de nieuwbouw groeide het Patronaat uit tot een van de tien belangrijkste poppodia in Nederland, met vier zalen, oefenruimtes en zo’n 130.000 bezoekers per jaar.
Tekst loopt door onder de foto.
We beklimmen een trap richting de kleedkamers. Op de verder kale betonnen muren zien we bijzondere tekeningen. “Het gebouw is eigenlijk een doos in een doos”, legt Beyer uit. “Om geluidsoverlast te voorkomen, staan de muren zelfs op een soort schokdempers. Als ze in de grote zaal staan te springen en te dansen, zorgen die dempers ervoor dat de hele zaal een beetje meedeint.”
De favoriete plek van de algemeen directeur is de plek voor dj’s aan de zijkant van de grote zaal. “Hier sta ik het liefste tijdens concerten. Je kunt zowel het podium zien als de zaal. Echt de beste plek, vind ik.”
Tekst loopt door onder de foto.
We belanden op het podium van diezelfde grote zaal. Gek hoe klein de lege ruimte lijkt, als er geen instrumenten staan opgesteld en alle techniek goed te zien is. De grote zuilen met luidsprekers en de honderden lampen aan het plafond vallen zo extra goed op. “Toen ik net was begonnen als directeur, moest ik een factuur tekenen voor een deel van de verlichting”, zegt Beyer. “Dat was meteen een bedrag van rond de 180.000 euro. Dat was wel even slikken.”
De technische installatie is dan ook het neusje van de zalm, volgens Beyer. “Bands moeten zich hier helemaal thuis voelen en het geluid in de zaal en op het podium moet natuurlijk goed zijn. Dan komen ze met plezier terug. We proberen de artiesten zoveel mogelijk in de watten te leggen. Ze kunnen hier douchen bijvoorbeeld, maar ook hun was doen.”
Tekst loopt door onder de foto.
Nadat we het uitzicht vanaf de toiletten op het centrum van Haarlem hebben bewonderd en de kleine expositieruimte hebben gezien, komen we weer bij de kleedkamers uit. Daar is inmiddels het optreden van Eva Bos begonnen.
Gluren bij de Buren
Deze zondag is het Patronaat namelijk ook onderdeel van Gluren bij de Buren. Een serie huiskamerconcerten in onder meer Haarlem en Bloemendaal. Eva speelt prachtige Nederlandstalige indiepop. Binnenkort verschijnt haar debuutalbum, waarop Bos met een complete band te horen is.
Op deze zondag is het een wat kleinschaliger setting, met alleen zang, gitaar en bas. Het publiek luistert ademloos en doet zijn best om mee te zingen met het refrein van het lied ‘Gevoelens’, dat al te vinden is bij de bekende streamingdiensten.
Tekst loopt door onder de foto.
Gluren bij de Buren is inmiddels uitgegroeid tot een amateurkunstenfestival, dat twee keer per jaar wordt gehouden. In totaal doen er dit jaar 44 Nederlandse gemeenten aan mee. In de winter zijn de optredens in huiskamers, in de zomer in tuinen. Alle acts treden drie keer een half uur op.
In Haarlem en Bloemendaal lieten zondag ook weer vele tientallen lokale artiesten zich van hun beste kant zien.