Zo blijkt dat de nood in 1290 bijzonder hoog was. Door oorlogen tussen lokale heersers was Rolduc in grote financiële problemen gekomen en moest de abt besluiten om bezittingen die het Kerkraadse klooster in Duitsland had, te verkopen. In een op kwetsbaar perkament geschreven oorkonde staat deze verkoop beschreven. Oud archivaris Jaqcues van Rensch van het Historisch Centrum Limburg: “Eigenlijk is het een heel actueel document, want de abdij verkeerde zwaar in de schulden. Zoals tegenwoordig ook vaak het geval is met kerken. Voor het voortbestaan van Rolduc moest er in 1290 cash geld op tafel komen en daarom werd onroerend goed verkocht; klooster Marienthal in Dernau met wijngaarden.”