Oesters, champagne en zalm: het zijn maar drie van de ruim twintig gerechten die eersteklaspassagiers geserveerd kregen aan boord van de Titanic. “De menukaart geeft een uniek inkijkje in de luxe die rijke passagiers genoten in de dagen voor de ramp”, vertelt veilingmeester Andrew Aldbridge aan RTL Nieuws.
111 jaar geleden
“Tegelijkertijd is het een heel menselijk item. Als je deze gerechten na zou maken, creëer je precies dezelfde smaak en geur als de passagiers 111 jaar geleden ervoeren.”
De menukaart werd onlangs ontdekt door familie van een lokale historicus in het Canadese Nova Scotia. Hier werden veel slachtoffers van de scheepsramp geborgen. Dat verklaart ook hoe de menukaart daar terechtkwam. “Mogelijk werd hij gevonden door iemand die hielp met het bergen van de lichamen”, aldus Aldbridge. “Al kan hij ook zijn meegenomen door een overlevende die hem in een dinerjasje of handtas had gestopt.”
Na laatste stop
Het diner van 11 april 1912 werd geserveerd na de laatste stop die de Titanic maakte in Queenstown. Daarna zette het schip koers naar eindbestemming New York. Drie dagen later liep de Titanic op een ijsberg en zonk. Van de 2200 passagiers en bemanningsleden vonden ruim 1500 de dood.
Ruim een eeuw na de scheepsramp is de fascinatie voor de Titanic nog altijd groot. Volgens Aldridge heeft dat te maken met de mystiek die om het legendarische passagiersschip hangt. “De Titanic werd als zo goed als onzinkbaar beschouwd, maar tijdens de eerste reis ging het mis.”
Toch zijn het vooral de persoonlijke verhalen die tot de verbeelding spreken, merkt de veilingmeester.
Zoals dat van de 34-jarige Sinai Kantor uit Rusland. Samen met zijn vrouw, Miriam, reisde hij in de tweede klas van de Titanic naar Amerika om daar medicijnen te gaan studeren. Miriam overleefde de ramp, maar Sinai verdronk in de nacht van 14 april 1912. Nadat zijn lichaam uit zee was gehaald, werd zijn zakhorloge gevonden.
“Het horloge is bevroren in de tijd. De roest door het zoute zeewater laat zien wat er die nacht gebeurde”, vertelt Aldridge. “Al zijn de Hebreeuwse cijfers nog wel goed te lezen.” Het zakhorloge moet, net als de menukaart, zo’n 60.000 euro opleveren.