Als alles staat en is ingesteld, zoek dan naar een donkere plek en richt de camera richting het noorden. Zorg dat je goed en ruim zicht hebt op de hemel en maak een eerste foto. Op basis van deze foto kan je de instellingen gaan finetunen. Zie je bijvoorbeeld nog helemaal niks? Dan kun je de sluitertijd wat verlengen, maar probeer deze onder de 20 seconden te houden. “Anders zie je de sterren niet goed meer”, legt Marcel uit.
Kan het ook met een smartphone?
“Dat kan zeker!” Als je het noorderlicht wil vastleggen met je smartphone, zijn er volgens Marcel een aantal belangrijke dingen om rekening mee te houden.
Allereerst: gebruik een lange sluitertijd. Meestal kan dat op een smartphone standaard tot 3 seconden, maar met een speciale app of instellingen kan dit zelfs oplopen tot 10 à 15 seconden. Een sluitertijd van 10 seconden werkt volgens Marcel vaak het beste; langer belichten kan ervoor zorgen dat de kenmerkende pilaren van het noorderlicht vervagen tot een wazig geheel.
En als het kan, zet de camera van je telefoon dan op nachtmodus. En bij iPhones is het belangrijk dat je de ‘live-functie’ uitzet, anders maak je een video in plaats van een foto, aldus Marcel. “En gebruik absoluut geen flits!”
Ook voor de smartphone geldt: gebruik een statief om het beste resultaat te krijgen, of zorg dat je de telefoon ergens tegenaan kan steunen. Zo krijg je zo min mogelijk bewegingen in je foto’s. Door de nachtmodus zijn trillende handen en bewegingen namelijk sneller terug te zien in de scherpte van de foto.
