Het centraal stembureau verdeelt de zetels en restzetels over de partijen aan de hand van de aantallen daarop uitgebrachte stemmen. Daarvoor berekent het eerst de kiesdeler door het totale aantal geldige stemmen te delen door het aantal zetels. Het aantal ‘volle’ zetels dat direct aan een partij wordt toegekend, is gelijk aan het aantal keren dat de kiesdeler is gehaald.
De restzetels worden op een andere manier verdeeld. Eerst wordt voor alle partijen berekend hoeveel stemmen per zetel op een bepaalde partij zouden zijn uitgebracht als die partij één zetel extra zou krijgen. De op de partij uitgebrachte stemmen worden gedeeld door het aantal volle zetels plus 1. De uitkomsten van deze berekening zijn gemiddelden per zetel; zij worden naar grootte gerangschikt. De eerste restzetel gaat naar de partij met het grootste gemiddelde per zetel. Als er nog een restzetel te verdelen is, wordt deze toegewezen aan de partij met nu het grootste gemiddelde.
Bron: Kiesraad