“Het is een nachtmerrie, je hele leven ligt in puin”, zegt Jos. De tranen van Mariska krijgen de vrije loop: “Hij had in zijn leven al wat engeltjes op zijn schouder gehad en die waren nu op, blijkbaar. Je wil dan weten wat er gebeurd is. Je wil hem spreken, maar dat kan niet.”
De politie kan tegen de ouders weinig kwijt over wat zich zich de laatste momenten van Jespers leven heeft afgespeeld. Het maakt Jos kwaad. “Dan krijg je steeds te horen: ‘In het kader van het onderzoek’. Maar de antwoorden op een lijst met vragen die wij hadden gesteld, moesten we in de krant teruglezen. Zonder dat we waren ingelicht.”
‘Helemaal klaar met de politie’
Hij vervolgt: “We hebben een lieve familierechercheur gehad, maar die kan ook weinig beginnen. De politie lijkt niet te beseffen welke impact dit heeft op nabestaanden. Ik ben ook helemaal klaar met die politie, ze hoeven mij niet meer te bellen voor een update. Dat gaat allemaal via Mariska.”
Het gaat op en af met Jos en Mariska, geven ze zelf aan. Het stel houdt elkaar in dit inktzwarte jaar goed vast. Ze hebben veel gehad aan de lessen rouwverwerking, maar de sporen van verdriet snijden tot diep in de ziel. Jos heeft een eigen bedrijf, maar volledig aan het werk is hij nog niet. “Ik heb lange tijd slecht geslapen en mijn kop zit soms te vol. Vooral in de eerste maanden kwam ik bibberend in mijn loods, omdat mijn hoofd en mijn lijf niet wilden. Dat is een heel vreemde gewaarwording.”
Gelukkig is er vooruitgang. “Slapen gaat sinds een week gelukkig veel beter. Na een sessie met hypnotherapie is er veel innerlijke rust gekomen. Door goede nachten is er overdag ook meer energie.”
Tekst gaat verder onder de foto