Omdat het doorverhuren van de woning volgens de huurovereenkomst niet toegestaan is, wilde Stadgenoot de woning ontruimen. De kantonrechter is het daar mee eens en oordeelt dat het inderdaad duidelijk is dat de huurder er zelf niet woonde. Zo was het grootste deel van de kleding bijvoorbeeld van haar ex-schoonzus. “Er lag ook geen post van gedaagde (de huurder red.) in het gehuurde en ook bleek zij de tv niet aan te kunnen zetten”, staat er in het vonnis.
De huurder had ook nog eens lange tijd de huur niet betaald. Het ging in eerste instantie om een betalingsachterstand van 2.236 euro. De huurder heeft inmiddels een bewindvoerder (een bedrijf dat haar geldzaken regelt) en de achterstand is waarschijnlijk daardoor teruggelopen naar 901 euro. Dat bedrag moet de vrouw, of eigenlijk haar bewindvoerder, terugbetalen.
Groot tekort
“De bewindvoerder heeft vanzelfsprekend een belang bij het behoud van de woning, maar daar staat tegenover dat Stadgenoot er groot belang bij heeft het gehuurde aan een ander te kunnen verhuren”, schrijft de rechter. “Er immers een groot tekort aan sociale huurwoningen. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval het belang van de bewindvoerder om de woning waarover het hier gaat te behouden niet zwaarder weegt dan het belang van Stadgenoot.”
De uitspraak is op 19 juli gedaan. De vrouw moest de woning binnen veertien dagen verlaten hebben.