Hoe een vergiftigde taart uit 1910 nog altijd veel invloed heeft op de rechtspraak

Elise de Rooij



In september 1910 wordt in Hoorn de echtgenote van de 84-jarige marktmeester Willem Markus vermoord. Zijn vrouw – Maria Musman – overlijdt nadat ze een stuk van een vergiftigde taart had gegeten. Dienstmeisje Grietje overleeft het drama ternauwernood. De dader – Johannes Beek – had het niet op hen, maar op Markus gemunt. Hij wilde zo wraak nemen voor zijn ontslag, enkele jaren daarvoor. 

Voorwaardelijke opzet

Beek wordt in eerste instantie veroordeeld tot doodslag, wat tot een lagere straf leidt dan moord. De hoge raad herziet het besluit en vindt dat Beek met het versturen van de giftige taart had kunnen weten dat er ook andere mensen dan Markus van konden eten. En zo betreedt het principe van ‘voorwaardelijke opzet’ de Nederlandse rechtspraak.

Nog altijd is dit van groot belang, bijvoorbeeld als het gaat om vergismoorden. “Er is geen jurist die zijn studie niet is begonnen met het Hoornse Taartarrest”, zegt de Hoornse advocaat Cees Nierop. 

Tekst gaat verder onder de foto.



Website

Lees ook deze artikelen