Uit onderzoek van Follow the Money dat vandaag gepubliceerd werd, blijkt dat in Noord-Holland zo’n 7.775 mensen binnen 250 meter van een glyfosaatakker wonen. Binnen die straal liggen ook vier basisscholen en acht buitenspeelplekken. Die 250 meter hebben zij niet voor niets onderzocht: als glyfosaat uit de spuit komt, daalt het grotendeels binnen 250 meter neer. Toch kan een nieuwe windvlaag de deeltjes nog een stuk verder brengen.
Visser is één van die Noord-Hollanders die binnen een straal van 250 meter woont. Ze probeert al jaren via bestuurlijke wegen ambtenaren te overtuigen van de noodzaak van een oplossing. Haar belangrijkste inzet: spuitvrije zones, een soort buffers tussen woningen en landbouwgrond waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
“De agrarische belangen en een gezonde leefomgeving zijn hier niet in balans”, zegt ze. Bij een participatietraject over de omgevingsvisie van de gemeente Hollands Kroon was ze een van de weinige niet-agrariërs. “Dit is een agrarische gemeente en die belangen wegen hier zwaar. Terwijl de gemeente ook de taak heeft om mijn leefomgeving te beschermen.”
De gemeente Hollands Kroon noemt het probleem “gemeente-overstijgend”. Een woordvoerder zegt dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hierover in gesprek is met het Rijk. “Daar moet een oplossing komen voor dit landelijke probleem.”
Spuitvrije zone
Terwijl het voor gemeenten juridisch wel mogelijk is om de spuitvrije zone uit te breiden, legt Lolke Braaksma, universitair docent milieurecht aan de Rijksuniversiteit Groningen uit. “Als vuistregel geldt dat gemeenteraden een afstand van 50 meter aanhouden tussen de woning en een weiland waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.”
Bij bestaande situaties, zoals die van Visser, wordt het complexer, zegt Braaksma. “Je hebt dan te maken met bestaande rechten om bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Ingrijpen in die rechten ligt juridisch iets ingewikkelder. Maar gemeenteraden hebben ook de verantwoordelijkheid om een gezonde woon- en leefomgeving voor omwonenden te garanderen. Zij kunnen ook in die situatie een spuitzone afdwingen, maar moeten dat dan goed kunnen onderbouwen en rekening houden met verzet en claims van bedrijven.”
Bestaande bouw
In de praktijk komt het voor buren van telers vaak neer op eigen oplossingen. In de Noordkop pacht een inwoonster een stuk grasland van haar buurman voor 2.000 euro per jaar, dat nu als een bufferzone tussen haar biologische tuin en zijn bloembollenveld ligt. “Hij heeft berekend hoeveel het kost. Het is duur en verre van ideaal, maar er zit niks anders op.”
In Haarlem probeert Joost van den Bergh via een brief meer openheid te krijgen van telers over wat ze spuiten. Hij stelt ook een appgroep voor, zodat bewoners een bericht krijgen wanneer er gespoten wordt. “Dan kunnen we in elk geval de ramen sluiten. Het blijft een doekje voor het bloeden, maar ik hoop dat de politiek ons uiteindelijk beter gaat beschermen”, zegt hij.
Inkomen
Volgens Vissers buurman is er al een spuitvrije zone, door de sloot tussen zijn erf en Vissers tuin. “Als die grotere spuitvrije zone er komt, dan zou ik dat stuk land niet meer mogen verhuren. Dat gaat me een hoop geld kosten.”
“Het is niet de schuld van de boer of teler”, zegt Visser. “Het probleem ligt bij de overheid door het gebrek aan regelgeving. Boer en teler krijgen alle vrijheid, ook om teelten uit te breiden. Als omwonende heb je het nakijken.”