Zo kwam de boon weer terug. Ook in de tuin van museum Jan Lont. “Konijnen lusten het ook. Die komen hier ook wel eens langs. Het is een makkelijke boon om te telen. Het gaat net als bij een bruine boon. Je haalt ze uit de peul en dan kan je ze drogen. Je kunt ze dan heel goed bewaren, in de week zetten en opeten. Vroeger at men ze en wat er overbleef, belandde in de soep.”
In de boerderij van het museum hangt boven de vuurplaats een grote ketel waarin een goede laag bonen ligt, met een gerookte worst erbij. Geen echte natuurlijk. “Er staan mooie gerechten in het Wieringer Kookboek. Dat boek is uitgegeven toen Wieringen opging in de gemeente Hollands Kroon. Kijk: salade met Wieringer bonen, bonensoep en hier Wieringer bonen met spek en worst.”
Verhaal
De boon wordt inmiddels op meer plekken geteeld, maar ze doen het zeker niet voor niks bij museum Jan Lont. Daar wordt de geschiedenis van Wieringen bewaard. En ze zijn zuinig op het erfgoed. “Dit boontje heeft gewoon een mooi verhaal. Daar gaat het om. Het zijn leuke boontjes, maar de geschiedenis maakt het nog mooier. Ze waren bijna weg, maar nu zijn ze terug van weggeweest om nooit meer te verdwijnen.”