Ze geeft haar nieuwe verklaring aan de advocaat van haar moeder. Die werkt haar nieuwe verklaring uit, maar laat die niet formaliseren bij de rechtbank. De rechtbank tikt hem hiervoor op de vingers. “We hebben ons niet kunnen voorbereiden, worden voor het blok gezet”, aldus de voorzitter. “Ik wilde de zaak niet verder vertragen”, excuseert de raadsman zich.
Omdat zus M. in de rechtbank is, wordt ze opgeroepen om haar nieuwe verklaring onder ede af te leggen. Vanwege de taalbarrière herinnert de rechtbank haar meerdere keren eraan dat liegen strafbaar is, wat ze lijkt te begrijpen. Via de tolk van haar moeder vertelt ze de rechtbank dat haar broer niet gewelddadig was. Ze verklaart dat, op het moment dat de COA-medewerkers de kamer binnenkwamen, het gezin samen een serie op de laptop aan het kijken was.
Waarom had ze eerder een andere verklaring afgelegd? “Het COA heeft me woorden in de mond gelegd”, vertelt ze. “Ze zeiden dat ik dat moest zeggen om m’n kans op eigen woonruimte te vergroten.”
Broer K. al veroordeeld
Zelfs als de officier van justitie de verdachte vertelt dat haar broer K. inmiddels is veroordeeld, en de mishandeling daarmee juridisch een feit is, blijft zus M. bij haar verklaring. Toch lijkt moeder F. daar weinig baat bij te hebben. Ze wordt ervan verdacht haar zoon niet de hulp te hebben geboden die hij nodig had, en dat ze heeft nagelaten hulp voor hem in te schakelen. “U heeft hem in een situatie gebracht en gehouden die voor hem schadelijk was.”
De rechtbank en officier zijn geduldig met de zaak van de vaak langdradige vrouw, maar moeten een paar keer streng ingrijpen als de vrouw emotioneel reageert. wanneer haar telefoon voor de tweede keer afgaat, wordt de voorzitter wat nijdig. “Staat ‘ie nu uit?”
Systematisch correctiemechanisme
Uiteindelijk eist de officier van justitie 47 dagen cel tegen de vrouw, voor het toelaten van het geweld dat haar zoon ‘systematisch inzette als correctiemechanisme’. Ze vraagt de rechtbank om de herziene verklaring van M. terzijde te schuiven, omdat die naar meineed riekt. Of het OM voldoende aanleiding ziet om de jonge vrouw te vervolgen voor meineed, is niet bekend.
Die straf is gelijk aan het voorarrest, waarin ze in beperkingen zat en alleen contact met haar advocaat mocht hebben. Haar advocaat vraagt om vrijspraak. Volgens hem rammelen de verklaringen van de COA-medewerkers en wordt de rol van zijn cliënt onterecht uitvergroot. Hij adviseert de rechter dat alleen verklaringen uit eerste hand in de bewijsvoering moeten worden meegenomen.
De uitspraak volgt op 9 oktober. Zoon K. heeft voor de mishandeling van zijn broer I. een taakstraf van 60 uur gekregen. Moeder F. is inmiddels verhuisd en woont in het Gelderse Duiven.