Door Kita van Slooten··Aangepast:
RTL
In deze serie komen Nederlanders aan het woord die ons land achter zich lieten om in een ander land een nieuw leven op te bouwen. Waarom zijn ze vertrokken? Wat zijn de cultuurverschillen? En wat missen ze (niet) aan Nederland? Deel 7: Bart van Eijken (50) woont sinds 1998 in het Zuid-Franse Montpellier.
Het was een vakantieliefde die hem voor de eerste keer naar Montpellier lokte. Tijdens een vakantie met vrienden had Bart een meisje ontmoet en toen hij later bij haar op bezoek ging, liet zij hem de stad zien.
De liefde waaide weer over, maar Montpellier had blijvende indruk gemaakt. Toen hij zijn studie had afgerond, besloot Bart om zo goedkoop mogelijk op reis te gaan. Hij ging op de fiets naar Zuid-Frankrijk en belandde weer in Montpellier.
Daar ontdekte hij, op een mooi pleintje in het centrum van de stad, een gezellige Ierse pub. Een ideale plek voor een 23-jarige Nederlandse kerel, die maar vijf woorden Frans sprak. “Ik heb daar de eigenaar en een aantal andere leuke mensen leren kennen. Het werd mijn stamkroeg en ik voelde me er direct thuis”, vertelt Bart terwijl we in exact diezelfde pub zitten, waar hij nu als barmanager werkt.
Altijd weer terug naar Montpellier
Na die zomer ging hij terug naar Nederland om aan zijn werkende leven te beginnen. “Maar ik kwam er al heel snel achter dat een kantoorbaan niks voor mij is.” Hij wilde naar Montpellier, de stad waarop hij verliefd was geworden.
Hij hakte de knoop door en toen hij in de zomer van 1998 arriveerde, kon hij direct aan de slag in zijn favoriete pub. In de jaren die volgde woonde Bart ook een jaartje in Parijs en was hij een poosje in Nederland, maar hij keerde altijd weer terug naar Montpellier.
Toen Bart in Nederland werkte – bij een Ierse pub in Amsterdam – overleed zijn vader. Hij wist dat hij daarna weer terug wilde naar Montpellier, maar zijn moeder vond dat toen moeilijk. “Ze was er eerst op tegen, maar zag ook wel in dat dit nu eenmaal mijn plek is. Ze begreep het.”
Vanaf 2009 woont Bart er definitief en zijn moeder kent de stad inmiddels ook op haar duimpje, van al die keren dat ze op bezoek is geweest.
Eeuwig vakantiegevoel
Wat maakt dat Montpellier zo’n magnetische uitwerking op hem heeft? “De zon schijnt hier 300 dagen per jaar. Ik voel me hier altijd op vakantie.” Barbecueën in de tuin met vrienden, in de ochtenden even naar het strand voor een kopje koffie. “Heerlijk vind ik dat.”
Montpellier is minder duur dan steden als Cannes en Nice, even verderop aan de Zuid-Franse kust. Bovendien is het er een stuk gezelliger, vindt Bart. “Dit is een betaalbare studentenstad. In de zomer zijn er toeristen, de rest van het jaar zijn er de studenten. Er is altijd reuring.”
“Ik zou mijn leraar Frans van vroeger nu wel eens willen tegenkomen.”
De eerste paar jaar dat Bart in Montpellier woonde, sprak hij de taal amper. Zijn baas had hem wel naar lessen gestuurd, maar dat was geen succes. “Uiteindelijk besloot ik om maar gewoon zoveel mogelijk te gaan oefenen met vaste klanten aan de bar.”
Zo leerde hij steeds meer woordjes en uiteindelijk ging het soepel. “Mijn grammatica is nog steeds een ramp. Maar in de pub hoeft het ook geen 100 procent correct Frans te zijn.”
Nooit huiswerk maken
Het is sowieso een klein wonder dat Bart nu Frans praat. “Ik had twee jaar verplicht Frans op de mavo en ik kon niet wachten om dat uit mijn pakket te gooien.” Hij dacht die taal nooit in zijn leven nodig te gaan hebben.
Mijn leraar Frans had een hekel aan mij, want ik deed nooit mijn huiswerk. Daar zag ik het nut niet van in. Die leraar zou ik nu wel eens willen tegenkomen”, zegt hij lachend.
Thuis praat Bart vooral Engels, want zijn vrouw Barbara is Braziliaans. Hij ontmoette haar tien jaar geleden toen zij twee weken in de stad was om – jawel – Frans te leren. “Die school was om de hoek van de pub en ze kwam hier elke dag na de les even een biertje drinken.”
Trouwen op slippers en klompen
Bart was meteen verkocht, al was het contact eerst vriendschappelijk. De twee hielden contact en een jaar later kwam Barbara terug naar Montpellier. “Toen was het raak.” Twee jaar geleden trouwden ze, op het strand van Castricum, omringd door familie en overgevlogen vrienden. Hij op slippers en zij droeg Hollandse klompen onder haar trouwjurk.
Barbara studeert accountancy, maar op zondag werkt ze ook in de pub en staat het stel gezellig samen achter de bar. Bart gaat io de fiets naar zijn werk, want het is en blijft een Nederlander. Voorheen op de gewone fiets, nu heeft hij een e-bike. Dat is wel lekker als het in de zomer bloedheet is. Al heeft Bart een truc om fris aan zijn werkdag te beginnen.
“Beneden in de pub hebben we een grote koelruimte waar het bier staat. Daar heb ik altijd werkkleding liggen, zodat ik na aankomst altijd een koud shirt kan aantrekken.”
Gewend aan de zomerse hitte
Aan de zomerse hitte is Bart inmiddels wel gewend. In het zuiden van Frankrijk is het in de zomermaanden geregeld 40 graden. “Maar het verschil tussen 35 en 40 graden, merk ik niet echt.” Dat komt ook omdat Zuid-Franse huizen anders gebouwd zijn. “De dikke muren houden de hitte buiten en veel huizen hebben houten luiken, die overdag dicht gaan.”
Bovendien leer je vanzelf om met hoge temperaturen wat rustiger aan te doen. “Misschien is dat ook de reden dat hier in het zuiden van Frankrijk mensen vaak te laat komen”, lacht Bart.
Een ander cultuurverschil is dat de Fransen hun vrije tijd heel serieus nemen. “Ze zijn aan het werk of niet. Er zit niks tussenin.” Een werkmail sturen in het weekend, wordt niet gewaardeerd. “Fransen checken hun mail buiten werktijden niet. Ik ben daar anders in.”
Daarnaast zijn de Fransen kampioen in uitgebreid lunchen. “Tussen twaalf en twee zijn veel kantoren dicht. Dan zie je dat veel restaurants in de stad vol zitten.” Dat is meteen ook een tip die Bart voor toeristen heeft: “De lunch is vaak goedkoper dan het avondeten. Hoewel het soms exact dezelfde gerechten zijn.”
De plek waar alles begon
Een andere tip is om tijdens het verkennen van de stad vooral ook de kleine straatjes in te duiken. “Op het grote plein van de stad, Place de la Comédie, zal ik nooit gaan eten. Daar werken ze in rap tempo de tafeltjes af, zodat de volgende toeristen weer kunnen aanschuiven.”
Juist in de kleine straatjes en op verstopte pleintjes vind je de sfeervolle restaurantjes. En verder is Fitzpatrick’s Pub natuurlijk een aanrader. De plek waar hij zich direct thuis voelde, die altijd zijn uitvalsbasis was en waar hij de liefde van zijn leven ontmoette.